Uit lang vervlogen tijden – Rita Verbist

OPGEDRAGEN AAN EEN OVERLEDEN VRIENDIN & OUDE VRIEND

KRONIEK VAN 10 DAGEN

WOENSDAG, 16/09
“Een opdracht van 30 dagen”, zei de man nog. “Elke dag een kwartier schrijven, om het even waarover”, zo vervolgde hij. ‘t Klonk zo eenvoudig en afgerond. Een vriendelijk verzoek. Was het die vriendelijkheid of de uitdaging die me het meest aanzette? Wel nu, op dit moment, één hoog op de Neckermanbus, suizend voorbij de bomen die hun Indian Summer inzetten, zet ik vol goede moed mijn eerste kwartier in. Gene Pitney op de achtergrond en een panoramisch zicht op de voorgrond begeleiden mijn eerste regels.
Mijn gedachten dwalen. Het eerste verdiep van deze dubbeldekker geeft je zo’n veilig gevoel. Alsof het verkeer aan je voorbij raast zonder erdoor beroerd te worden. Mijn buurman zoekt een iets meer comfortabele houding en verdiept zich verder in Humo. ‘t Ja, mijn eerste kwartiertje. k’ Ga jou beslist het meest koesteren. Even vluchtig kijken naar mijn horloge. Is dat spieken? Er werd niets over gezegd!
Mijn horloge lijkt te knipogen als om te zeggen “dat haal je toch zo ..!”. Terug knipogen maar, vooral niet gaan zuchten … Nog een luttele vijf minuten en mijn debuut is ingezet. De zon komt ook al terug door de wolken alsof ze blij is dat ik deze poging op dit exacte moment begonnen ben. Met zoveel tegemoetkomingen haal ik beslist mijn kwartier. Ja hoor, met de hakken over de sloot, de eindmeet in zicht. Applaus.

DONDERDAG, 17/09
Spanje, Espagna, naam die trots klinkt, verwelkomt ons met een zoete regen. Elke druppel die langs het raam naar beneden glijdt, gaat zijn eigen gang. Eerst aarzelend, dan steeds sneller. De zware grijze morgenlucht die over de heuvels hangt buiten Barcelona lijkt ongraag te wijken voor de dag. Alsof ze het stukje niemandsland tussen nacht en dag niet graag wil prijsgeven. Mijn walkman verheerlijkt Beethoven’s Pastorale en ontsluiert mee deze nieuwe dag. Bedenkingen bij de tijdsduur van mijn kroniekje vallen me vandaag lichter. Hoe kan het ook anders. Bij prachtige namen als Girona, Sant Feliu, Palamos, spreekt de verbeelding meer dan ooit. Het gevoel op verlof te zijn neemt langzaam bezit van mij. Mijn lichaam en geest voelen weldadig loom aan alsof ze zich langzaam aan deze verwenning gewennen.

VRIJDAG, 18/09
Toen ik uiteindelijk dat rustige plekje tussen de rotsen vond, was het valavond. Mensen waren er niet meer. De kalme golfslag van de zee leek me tot een gesprek uit te nodigen. Het zachte geruis leek mijn ziel te koesteren tot deze zich openstelde. Het kleine meisje in mij huilde, huilde, huilde. Om zovele ervaringen, zo veel herinneringen. Tot dezelfde golfslag me ook terug kalmeerde, mijn verdriet liet uitdeinen. Hoelang ik op deze plek vertoefde weet ik niet. Wel zal de hervonden rust die de zee me toen schonk me steeds bijblijven.

ZATERDAG, 19/09
De kostbaarste giften zijn kosteloos. Kosteloos én tijdloos. Zo ook de glimlach die me beroerde in de ogen van een midden-zeventiger. We soesden naast elkaar op een nog tamelijk rustig strand. Van Maastricht was hij, zo vertelde hij en de uitdrukking op zijn gezicht verheerlijkte meer dan welke poëzie ook hoe prachtig hij deze stad wel vond. En of ik er reeds geweest was? En of ik ook hield van het Maastrichtse porselein van Sfinx en Petrus Regout? En of ik deze laatste zijn standbeeld reeds bewonderd had? Ik genoot eindeloos van zijn milde stem en zijn oprechte liefde voor deze stad. Toen hij samen met zijn echtgenote tegen de middag aan afscheid nam, schonk hij me nog één van die zeldzaam pure glimlachjes. Ongeveer een half uur later verliet ook ik het strand. Een prachtige glimlach rijker.

ZONDAG, 20/09
Ik ben geboeid door godsdienst in het algemeen, zo ook door de bijbel. Nochtans acht ik mezelf niet bijzonder gelovig. Vandaag, zondag, voelde ik mij op een bijzonder aangename manier onder de arm genomen, letterlijk én figuurlijk, om een mis bij te wonen. Terwijl ik op de lijnbus wachtte, vervoegde mij een bejaarde Engelse dame, Bessie genaamd. Zij was levendig, lachte en glimlachte graag, en straalde die goeie ouderwetse Engelse stijl uit. Zij wilde aan haar jongere zuster (van 80!) die voor het eerst niet mee kon reizen wegens ziekte, een gebed opdragen, zo had ze deze beloofd. En neen, zij zélf was niet gelovig.
Zoals ik gisteren reeds schreef, zijn het die onverwachte banale voorvalletjes die je hart een schittering kunnen geven. Bessie kon mijn interesse gaande houden zowel met haar humoristische bemerkingen als haar oh zo eenvoudige, logische benadering van wereldse problemen. We reisden samen tot onze bestemming waar ik haar verder hielp de iglesia te vinden. Daar toegekomen overviel me een zekere schroom haar te verlaten, uit respect betrad ik met haar het prachtige kerkje. Ik, die graag de rust van een lege kerk opzoek, woonde sinds eeuwen een mis bij en droeg ze innerlijk op aan deze 85-jarige vrouw, Bessie, wiens levenskunst me zo wist te beïndrukken.

MAANDAG, 21/09
Vandaag was mijn dag eenzaam. Eigen fout. ‘k Had me afgesloten voor de mooie momentopnamen die me de voorbije dagen te beurt vielen. Té veel alleen zijn kan leiden tot té veel denken. In jezelf te kruipen, te woelen, te vinden wat je reeds wist. Eerder dan die wetenschap positief te gebruiken, ze toch weer in vraag te stellen. Verspilde energie die nooit naar Rome zal leiden. Krampachtig heroproepen van gekwetste relatie-illusies die al lang geen keer meer nemen. Zo, deze verspilde dag kan beslist nog opgefleurd worden door mijn gebruikelijke strandwandeling bij een mooie sterrenhemel. De jeanspijpen slordig opgerold, espadrilles in de hand, de golven tegemoet. Hmmm, terwijl ik over mijn geplande wandeling schrijf, geniet ik reeds enorm. Toch nog een geredde dag.

DINSDAG, 22/09
En gered was inderdaad die baaldag van gisteren. Geen arts kan de genezingsperiode voor innerlijke littekens toewijzen. Het is de mozaïek in je eigen hart, de schitterende en doffe tegels, die dit proces bepalen. Hoe mooier en veelvuldiger de momentopnamen je hart treffen, hoe schitterender de mozaïek die meer en meer dofheid zal gaan weren. Zo vergaarde ik vandaag weerom een edelsteentje.
Bij mijn terugkomst van een lange wandeling, legde ik mij neer in het warme zand van mijn kleine strand tussen de rotsen. Enige meters verder lag een echtpaar op hun strandmatjes te zonnen. Tsjechen, zo dacht ik bij mijzelf toen ik het opschrift en plaatsnaam op hun plastiek tas las. Ik had zin hen aan te spreken, te vragen over hun land toen en nu. Het idee opdringerig over te komen won het van mijn spontaniteit. Toen na lange tijd beide mensen alles bijeen pakten en het strand afwandelden, keerden ze plots op hun stappen terug en bood de heer me zijn strandmat aan. Wellicht was hun vakantie afgelopen. Stel je voor, ze kwamen eenvoudig naar me toe. Daar waar ik té lang geaarzeld had contact te maken, gebeurde dit door hen in één gebaar; ‘t Leek bijna alsof ze mijn aarzeling met gesloten ogen hadden aangevoeld. Wat was ik blij met deze versleten strandmat.

WOENSDAG, 23/09
Deze prachtige dag schenk ik aan mijn goede vriendin en dierbare vriend. De zon scheen vanmorgen reeds prachtig en dit keer was het onbewolkt. ‘t Ontbijt verliep heerlijk vlot, zo ook de lunch. Bij mijn namiddagwandeling vertoefden mijn gedachten bij mijn vriendin en mijn loyale vriend. Wat een rijkdom maken deze mensen uit in mijn leven. Jo die met 48 jaar nog ratelt van enthousiasme,samen met mij uitgelaten schatert om onze moeizaam verworven levenswijsheid en steeds weer mijn momenten van ingetogenheid aanvoelt zonder woorden. Die ongewild een spreuk achterstevoren aanhaalt en geniet als géén van die heerlijke pasta en die lekkere huiswijn van ons favoriete Italiaanse restaurant. En dan mijn oude vriend die jarenlang mijn leven trouw vanop afstand volgt. Die me als géén ander leert over Mozart, Schubert en Beethoven, me vertelt over Simenon, me de geheimen van de sterrenhemel ontsluiert. Me verhaalt over winterse polders en het mooie Friesland. Die authentieke vriend die mijn inhoud verrijkt en me net genoeg schouder biedt om terug de zonkant te kiezen bij donkere wolken. Hoe dierbaar hun vriendschap me is, al jarenlang, kan ik enkel betuigen met daar te zijn voor hén als zij me nodig hebben. Te delen in hun geluk en verdriet. Woorden schieten hier te kort. Vandaar in stilte dit geschenk aan beiden.

DONDERDAG, 24/09
‘t Ja. Dat was het dan. Mijn laatste ontbijt. Genietend van de zachte wind besluit ik tot een laatste strandwandeling in afwachting van het vertrek. Een laatste keer die heerlijke golfslag tegen mijn benen voelen. Wat heb ik intens genoten van de voorbij dagen. Mijn lichaam en vooral mijn ziel waren aan rust toe. ‘k Voel me innerlijk gebalsemd en uiterlijk verwend met een schitterende vakantietint. Hoe zeg men ook weer “je moet er zélf iets van maken”? Zo zie je maar. ‘t Is me gelukt. Mijn 10-daagse haltepunt is geslaagd. Nu zuinig zijn op die balsem om hart en ziel en in ‘t bijzonder die gemoedsrust koesteren. Geen tijd meer voor filosofie want de bus komt zo.
Wat lijkt me die vermoeidheid van de busreis makkelijk te hanteren nu.

VRIJDAG, 25/09
Hier sta ik dan. 14.00u. Terug op de parking van Berchem station. Terwijl de echtgenoot van een busgenote naar huis is de auto halen, wacht ik mee op zijn terugkomst. Er werd me door hen vriendelijk een lift naar huis aangeboden. ‘t Ja, wat beter te doen dan in afwachting op deze bank mijn laatste nota’s neer te krabbelen? Mijn inspiratie wil niet lukken. De busreis speelt me wellicht parten. Wat ik wel duidelijk dien te noteren is dat ook hier de zon schijnt. Zie je, ik heb ze toch in mijn hart gesloten, ginds in Spanje. Op eigen initiatief beslis ik van dit kwartier een 10 minuten kroniekje te maken. Die overige 5 minuten ga ik blad en pen wegbergen en met gesloten ogen soezen.