Asklepios, de zoon van Apollo en een sterfelijke vrouw genaamd Coronis, wordt geboren. Na de dood van Coronis wordt het kind toevertrouwd aan de zorg van de wijze centaur Chiron, die bekend staat om zijn kennis van geneeskunde en opvoeding van helden. Terwijl Asklepios opgroeit onder de zorg van Chiron, voorspelt een dienstmeisje de toekomst van het jongetje. Deze voorspelling gaat echter niet onopgemerkt voor de god Apollo. Woedend over wat het dienstmeisje heeft gezegd, doodt Apollo haar. Uit verdriet en wroeging verandert Apollo de dode Coronis in een kraai. De centaur Chiron onderwijst Asklepios in de kunst van genezing en geneeskunde. Asklepios wordt later zo bekwaam in het genezen van zieken en het opwekken van de doden dat dit de aandacht van de goden trekt. Uit angst voor zijn vermogen om onsterfelijkheid te verlenen, wordt Asklepios gedood door een bliksemschicht van Jupiter (Zeus). Na zijn dood wordt Asklepios als sterrenbeeld opgenomen aan de hemel. Het verhaal benadrukt de complexe relaties tussen goden en stervelingen, met thema’s van geneeskunde, onsterfelijkheid en de wisselwerking tussen het goddelijke en menselijke lot.
Terug Metamorfose