Cyparissus, de knapste jongen op Keos, heeft een bijzondere band met een prachtig hert met een gouden gewei op het eiland. Hij verzorgt het dier liefdevol, versiert het met juwelen en brengt het naar goede weiden. Op een dag, terwijl Cyparissus aan het oefenen is met zijn speer, werpt hij deze onbedoeld naar het hert, waardoor het dier sterft.
Diep bedroefd door zijn ongelukkige daad en het verlies van het geliefde hert, voelt Cyparissus een intens verdriet. Hij uit zijn spijt en zelfverwijt, en wenst zelfs dat hij liever dood zou zijn. Apollo, de god van onder andere de genezing en profetie, verschijnt en biedt Cyparissus een alternatieve oplossing aan. Apollo stelt voor om Cyparissus te veranderen in een boom, zodat hij voor altijd in rouw kan zijn. Cyparissus accepteert dit aanbod en verandert in een cipresboom. Zijn tranen vloeien uit als hars, zijn bloed kleurt de boom groen, en zijn haar wordt de naalden van de cipres. De cipresboom staat vanaf dat moment symbool voor eeuwige rouw en wordt vaak geassocieerd met begraafplaatsen en gedenkplaatsen voor de doden.
Dit verhaal uit de Griekse mythologie benadrukt de thema’s van verdriet, spijt en de transformatie van de menselijke vorm naar iets anders als gevolg van goddelijke interventie.
Terug Metamorfose